Dat Nederland in 2028 de olympische spelen wilde organiseren, daar was ik altijd dubbel over. Het is geweldig, maar het geeft ook een enorme hoop gedoe. Er wordt allemaal extra asfalt neergelegd, enorme sport- en wooncomplexen worden uit de grond gestampt... ik betwijfelde of zoiets goed voor ons landje was.
Door de economische crisis liggen die plannen in de ijskast van Mark Rutte. Toch kreeg ik laatst even de kriebels toen ik mijn vriend Pieter van den Hoogenband hoorde zeggen dat Nederland de Spelen kan redden door het anders te doen. Door het groot-groter-grootst te doorbreken. Dáár werd ik heel blij van.
De Spelen zijn nu één groot gekkenhuis. Het draait om sport, waarom sponsort een grote hamburgerketen dan? Niet voor de gezondheid toch? Als je zag hoe vervuild Peking voor en na de Spelen was, jakkes. De baai bij Rio ligt nog steeds vol prut. In 2020 gaan we bij Tokyo zeilen terwijl niemand weet wat de effecten van Fukushima dan zijn. En in Sotsji bleven miljarden aan Russische strijkstokken hangen.
Over mensenrechten heb ik het dan nog niet eens gehad. Omdat ik daar moedeloos van word. Mensen opsluiten om hun mening, homo's het gevoel geven dat zij er niet mogen zijn, sloppenwijken plat walsen en zwervers de stad uit jagen omdat ze de ansichtkaart verpesten... niet fijn. Ik doe alles voor goud op de Spelen, richt me volledig op mijn sport, maar kan hier mijn ogen niet voor sluiten.
Daarom ben ik het met Pieter eens dat het mega-mega doorbroken moet worden. Zo'n wedloop maakt de Spelen inderdaad op den duur kapot. Waarom moet de openings- of sluitingsceremonie altijd mooier dan álle voorgaande? Ergens stopt het.
Ik steun Pieter. Zijn idee voor de compacte Spelen in Nederland is geweldig. Laten wij het maar voordoen, in 2028 of wanneer dan ook: kleiner en weer fijner!