Mijn dramatische world cup in Hyères heeft me totaal nieuwe inzichten gegeven, sterker nog: ik heb het windsurfen van een andere kant leren bekijken, namelijk van achteren. Eén viertje heb ik gevaren, de rest van de week zat ik alleen maar van het midden tot achterin en werd 27ste.
Tja.
Wat zeg je dan? Ik ben de hele week overal aan het opdraven om uit te leggen wat er aan de hand is, maar dat is eigenlijk niet zo veel. Ik heb te weinig op de plank gestaan, op de RS:X. Zes dagen in vier maanden kan dus gewoon niet. Gaan we ook niet meer doen.
Voor mijn coach Aaron was het misschien nog wel het ergste. Zelf stond ik op het water te proberen wat ik kon, maar he-le-maal niets lukte. Hij dobberde in zijn bootje en moest het allemaal aanzien. Ik denk dat ik 'm de komende maanden in mijn nek heb hangen, is mijn eigen schuld.
De nieuwe Dorian, de man die zijn sport meer met zijn gezin wil combineren en minder van huis wil zijn, is even tegen een grens aangelopen. Een kick in the face, noem ik dat. Het mooiste was eigenlijk nog het telefoontje met Sas nadien. Ze vroeg hoe het was gegaan. Daarna was er een soort gezamenlijk besef zonder dat een van ons het uitsprak: zó kan het dus niet verder!
Meer op de RS:X, méér windsurfspecifieke (kracht)training, meer trainen, minder wedstrijden. Alles moet om. Het is nog twee jaar naar de Spelen, dit moet ik maar als een gigantische wekker zien. Kiran Badloe, mijn maat en trainingspartner, werd zesde. Hij deed het een stuk beter dus, maar ik ga het hem snel weer moeilijk maken hoor!
Vind ik dit erg? Soms denk ik wel eens dat de mensen me als een flierefluiter zien, dat ik het allemaal niet zo serieus neem. Forget it! Alleen: ik ga niet lopen piepen als ik het zelf heb verknald, dan neem ik gewoon mijn verantwoordelijkheid. Maar er gaat niemand voor zijn lol alle media af om het eigen falen uit te leggen, ook ik niet.
Bellen met thuis relativeert, ik denk dat Sas er begrip voor heeft als ik de komende tijd een tandje bijzet. Anders heeft het ook geen zin meer. Maar wat vooral relativeerde, was een bezoek dat ik deze week aan Jelle van Gorcum bracht, die fijne gozer, de BMX 'er die in januari zo zwaar viel en een tijdje in coma lag.
Jelle heeft nog een lange weg te gaan, vooral met een arm zijn er nog problemen, maar deze jongen is zó ongelofelijk sterk en positief. Dan ben ik snel klaar met dat gezeur over een 27ste plekkie. Ik ga lekker vol aan de bak en als ik weer ergens in een middenveld lig, denk ik aan Jelle, het beest. Wedden dat ik dan weer vooruit kom?
Nou doei, ik ga trainen!
:)
Dorian