Of ik de dagen tel, naar Rio? Eigenlijk niet. Maar ik merk wel dat ik alles steeds scherper doe. Dat begon toen ik vorige maand in Nederland was. Ik had een dag met mijn team en alle sponsors en daar kreeg ik zo veel energie van, al die mensen die me steunen in mijn missie. Echt gaaf.
Ik trainde een paar dagen op Medemblik en daar gebeurde het: ik voelde dat het tijd was alles op dat ene doel te richten. Nu moet het gebeuren, wist ik, anders heb ik mijn leven lang spijt. Vanaf nu gaat de focus op de Spelen en op helemaal niets anders.
Dit weekeinde begint het WK in Oman, waar ik laatst ook al 12 dagen trainde. Drie zware blokken van drie dagen, aan het einde zat ik er volledig doorheen. Niets was leuk, ik vloekte en tierde, iedereen was een klootzak. Mán, wat zat ik diep.
Maar daarna is er altijd die tevredenheid. Ik ben nu superfit, sterker, afgetrainder dan ik het hele vorige jaar was. Het WK is een piekmoment, ik wil daar goed varen, want ik ben de achtste plek van Rio niet vergeten. Ik moest er een tandje bij zetten, vonden mijn coach Aaron en ik, en dat heb ik ook gedaan.
In Oman was het 40 graden. Ik zweette als nooit tevoren, mijn kop leek wel een douche. Je moet met die hitte heel goed op je voeding letten. De schijf van vijf, je mineralen aanvullen, want je verliest echt heel veel energie in die temperaturen.
Zaterdag waren het nog 300 dagen naar Rio. Het voelt alsof het dichtbij is, maar tegelijk is er ook nog bijna een jaar te gaan. Ik doe wat ik moet doen en meer, sta in mijn topsportmodus. Want ik wil iedere dag een stapje maken, sterker worden, perfecter.
En daarvoor gaat alles aan de kant. Want als het nodig is, wil ik als een bezetene aan dat zeil kunnen rukken. Net zo lang tot anderen afhaken, omgaan, flauwvallen. Volgende week in Oman, volgend jaar in Rio, ik wil er stáán!
Ik ga alles en iedereen voorbij, aan de kant!
Dorian